Spreuken 21:10

SVDe ziel des goddelozen begeert het kwaad; zijn naaste krijgt geen genade in zijn ogen.
WLCנֶ֣פֶשׁ רָ֭שָׁע אִוְּתָה־רָ֑ע לֹא־יֻחַ֖ן בְּעֵינָ֣יו רֵעֵֽהוּ׃
Trans.nefeš rāšā‘ ’iûəṯâ-rā‘ lō’-yuḥan bə‘ênāyw rē‘ēhû:

Algemeen

Zie ook: Ziel

Aantekeningen

De ziel des goddelozen begeert het kwaad; zijn naaste krijgt geen genade in zijn ogen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

נֶ֣פֶשׁ

De ziel

רָ֭שָׁע

des goddelozen

אִוְּתָה־

begeert

רָ֑ע

het kwaad

לֹא־

-

יֻחַ֖ן

krijgt geen genade

בְּ

-

עֵינָ֣יו

in zijn ogen

רֵעֵֽהוּ

zijn naaste


De ziel des goddelozen begeert het kwaad; zijn naaste krijgt geen genade in zijn ogen.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!